Toch zien veel mensen vooral een lieve, zachte hond die ze graag even willen aaien. Begrijpelijk, maar juist dat goedbedoelde gebaar kan grote gevolgen hebben. Een afgeleide assistentiehond kan een belangrijk signaal missen of uit haar focus raken, met risico voor degene op wie ze let.
Daarom dragen assistentiehonden een herkenbaar dekje met teksten als Niet aaien of Niet afleiden. Geen streng verbod, maar een liefdevolle bescherming van de band tussen mens en assistentiehond.
Het gedicht hieronder laat vanuit het perspectief van de gebruiker voelen waarom dat zo belangrijk is.
______________________________
GEDICHT: NIET AAIEN
Ze zien haar lopen, trouw en stil,
naast mij, in het ritme van mijn wil.
Een hand reikt uit, en dan een grote lach:
'Wat een lieverd!' – zomaar, midden op de dag.
Ze buigt zich naar mijn hond toe, met een lieve groet,
maar weet niet wat zo'n hand soms met haar doet.
Ze is getraind en ze kent haar taak,
maar raakt in tweestrijd als jij haar aandacht vraagt.
Maar wat jij ziet als pluizig en zo fijn,
is voor mij de belangrijkste levenslijn.
Ik raak verstoord; zij voelt het meteen ongehoord,
we zijn verbonden door een onzichtbaar koord.
Een klein gebaar, jij streelt haar vacht,
maar haalt haar weg van wat ze doet met kracht.
Ze werkt voor mij, dat is haar taak,
die raakt vervaagd zodra jij haar raakt.
Dus kijk gerust, bewonder stil,
maar laat haar lopen, naar mijn wil.
Ze is geen knuffel, geen speelgoeddier,
ze geeft me richting, keer op keer.